zaterdag 2 februari 2013

Uit de oude doos | Kiespijn



Kiespijn

Vóórdat m’n staminee door de Hiddink-hype interactief veranderde in een roodachtige gloed -Wilkommen in West-Korea- had de vrijdagavondvergadering andere sores aan hun kop.

Ik schuif pas om acht voor twaalf aan, nadat eindelijk de lilleken óndog was gestopt met het steeds maar dwingender wijzen naar de muis met een gebiedend “Pápa tekenen? , Pápa kleuren!” Na de tigste computertekening met zelfverzonnen verhaaltje viel zoonlief in een diepe slaap.

Tussen de bouwmeester en de reclameman is nog plaats. Een nog net geen schraal biertje wordt naar me toegeschoven. In stereo hoor ik hun debat aan. “Ja maor, gael is toch de kleur van de haat.” “Ach dat is een kwestie van afspraak.” “Nae, dat bunt zo gegruuide symbolen. Wit is ónschuld, zwart, rouw…” “En blauw die van trouw!”, weet de bloemschikster tegenover me te interrumperen. “Dat mo’j neet zomaor willen veranderen omdat zo’n kunstenmaker dat bedech. Gruun wordt gedemoniseerd!” ‘t Daagt me in ‘t Oosten. Ze hebben ‘t over de D-toren. ’s Middags had ik toevallig de ontwerpen in vogelvlucht gezien. Ik moest denken aan een verwaarloosde kies. Ook had ‘t wel iets van een hart. De reclameman wist te melden dat het toch iets prozaïscher in mekaar stak. De kunstenaar had zich simpelweg laten inspireren door ‘Doetinchem Winkelstad’ en kwam met een omgekeerde boodschappentas op de proppen.

Het twaalf-en-halve meter hoge kunstwerk wisselt gelijk een kameleon van kleur, al naar gelang de stemming in de stad. Rood is liefde, blauw, geluk, geel, angst en groen staat voor haat. Een wat ouderwets aandoend kleurensymboliek. De uitvoering van het interactieve deel vond ik gezocht. Kunstmatig in zijn uitwerking.
De bomen die nu nog op de geplande plek staan uiten in de vier seizoenen beter hun gevoel.
 “Ja, laten Spong en Hammerstein dít onrecht, de kleuren aangedaan, maar aanklagen!” opper ik schaterlachend. De architect vindt ’t ongezien “Nul komma niks!” Alleen al bij het horen van de naam van een collega architect -die de kunstenaar inschakelde bij het maken van het ontwerp- moet hij kotsen “Computervormgegeven gevuulloze ónzin” reert hij over de stamtafel van ’t Veertje.

Het gesprek dreigt uit de hand te lopen. Uitbater Gertmans kijkt ons bedenkelijk aan. De reclameman vindt het wel wat hebben. Dán begrijp ik ‘t. Want dát is ’t natuurlijk. Een reclameballon. Een kunstwerk verkleed als drager van boodschappen. ’t Wel en wee van Dörkum. Tevreden met deze vaststelling bestel ik een rondje en de babbel kabbelt voort in rustiger vaarwater. Ik probeer de discussie nieuw leven in te blazen door te opperen dat het typisch museumkunst is. “Niet voor langs de openbare weg.” Ik deel mijn ervaring dat de helft van de tijd dit soort techniekafhankelijke kunstwerken, het niet doet. “Is een bevroren fontein nog het beoogde waterkunstwerk?” vraag ik filosoferend. We komen er niet uit en nemen d’r nog één.

De presentatie van het kunstwerk in de Gruitpoort levert in de weken erna een stroompje ingezonden brieven op. Ze willen me doen geloven dat de officiële schetsvertoning een schertsvertoning was. De locale politici verscholen zich achter ambtenaren en inspraak. Nog niet durven kiezen. Kiespijn. ’t Verdreet van Dörkum.

Hoe het ook zij. Laat eerst de kleuren spreken. “Geef hen een spreekbuis!” Misschien dat het dán nog wat wordt, met dat interactieve kunstwerk.

Als opmaat voor de zomervakantie begeef ik me eerst maar eens via de Hiddinkdijk in alle rust op de kerkenpaden van Harreveld, Mariënvelde en Zieuwent. Genieten van ‘Beeld en Landschap’. Lekker kijken en eventueel geraakt worden door kunstwerken die in de alledaagse omgeving zijn opgenomen. Daar met m’n lief of de kleine pótwortel over dollen. Heerlijk, dat is me eigenlijk al interactief genoeg.

Hans Mellendijk, de Gelderlander 29 juni 2006 


Nieuw nieuws | D-toren | dG 1 febr. 2012>

Geen opmerkingen:

Een reactie posten